Kettellapper (voorwerp)

Ben je toe aan een nieuwe pan? Dan ga je vast naar de winkel voor een andere pan en gooi je de oude weg? Maar… dat was vroeger wel anders. Tot ver in de 20e eeuw waren spullen niet kapot of versleten, hooguit moesten ze gerepareerd worden. Weggooien was echt geen optie! Mensen brachten beschadigd keukengerei naar de ketellapper. En… zoals de naam als zegt, lapte hij je pan weer keurig op. Dat deed hij door een lap metaal op de versleten plek in de pot, pan of ketel te solderen. Koperen ketels hadden vanwege de giftige eigenschappen aan de binnenkant een tinnen coating die met tin werd hersteld. Ook dit maakte de ketellapper voor je. Ook kon je vaak bij ‘m terecht voor wat loodgieterswerkzaamheden. De ketellapper was in ieder geval, net als de voddenboer, de scharensliep en de schillenboer, altijd onderweg om brood op de plank te krijgen.

Inmiddels zijn deze zelfstandigen verdwenen uit ons straatbeeld. De werkzaamheden worden nu machinaal gedaan of… het gebeurt gewoon niet meer. Zo brengen we onze oude maar draagbare kleding naar de Kringloopwinkel, doe je je schillen en ander groen afval in de groencontainer en koop je gewoon een nieuwe schaar of pan. Wat ons nog herinnert aan het oude ambacht van ketellapper is dat er nog voldoende mensen met de achternaam ‘Ketellapper’ rondlopen. Of wat dacht je van het spreekwoord ‘Vloeken als een ketellapper’, dat wordt gebruikt als iemand vloekend en tierend tekeergaat. De ketellapper vind je bij het Oude Ambachten & Speelgoed Museum in het gedeelte waar ook heel veel emaille pannen, kannen en potten uit grootmoederstijd tentoongesteld staan.